VINK

Op de achste plaats staat de vink. De vink is een veelvoorkomende vogel in Nederland en is een standvogel, wat betekent dat hij het hele jaar door in Nederland blijft.

lees meer over de vink

Hier zijn enkele van de belangrijkste kenmerken van de koolmees:

Uiterlijk

Het mannetje heeft een blauwgrijze kruin, witte buik en roodbruine borst en flanken. De rug en vleugels zijn donkerbruin met witte strepen. De staart is zwart met witte buitenste veren. Het vrouwtje is minder opvallend gekleurd en heeft overwegend bruine en grijze tinten met fijne witte strepen op de onderdelen. Beide geslachten hebben een dikke snavel, zwarte ogen en roze poten.

Grootte en gewicht

Een vink is een middelgrote zangvogel die ongeveer 14 cm lang is en weegt gemiddeld tussen de 18 en 28 gram. Het gewicht kan echter variëren afhankelijk van factoren zoals geslacht, leeftijd, seizoen en beschikbaarheid van voedsel.

Verblijfplaats

De vink is een veelvoorkomende zangvogel in Nederland en Europa en kan in verschillende habitats worden aangetroffen, waaronder bossen, parken, tuinen en open velden. Vinken leven voornamelijk in bomen en struiken, waar ze nestelen en zich verschuilen voor roofdieren. In de winter kunnen ze ook in groepen in het open veld worden waargenomen, waar ze foerageren op zaden en vruchten.

Voedsel

Vinken zijn zaadeters en hun dieet bestaat voornamelijk uit zaden van verschillende bomen en struiken, zoals berken, beuken, elzen, grassen en brandnetels. Ook eten ze af en toe insecten en spinnen, vooral tijdens het broedseizoen wanneer ze hun jongen voeden met eiwitrijk voedsel.

In de winter, wanneer zaden minder beschikbaar zijn, voeden vinken zich ook met vruchten en bessen. Vinken zijn zaadeters en eten voornamelijk zaden, granen en bessen. Je kunt ze voeren met strooivoer, vogelzaad, gepelde zonnebloempitten, haver, tarwe, trosgierst en lijnzaad. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat het voer niet beschimmelt en dat er altijd vers drinkwater beschikbaar is. Let er ook op dat het voer op een veilige plek wordt aangeboden, waar katten en andere roofdieren niet bij kunnen.

Nestbouw

Vinken bouwen hun nesten in struiken en bomen, vaak op een hoogte van een paar meter. Ze gebruiken takjes, mos, gras en veren om het nest te bouwen. Het vrouwtje bouwt het nest terwijl het mannetje in de buurt blijft en voedsel zoekt om haar te voeden. Het nest is meestal een stevige, compacte structuur met een komvormige holte in het midden waar de eieren in worden gelegd. Vinken gebruiken vaak hetzelfde nest elk jaar en voegen er nieuwe materialen aan toe om het te versterken en op te frissen.

Gedrag

De vink is over het algemeen een vrij schuwe en alerte vogel. Ze zijn actief gedurende de dag en brengen veel tijd door in bomen en struiken, waar ze naar voedsel zoeken en zingen om hun territorium af te bakenen. Tijdens de broedperiode kunnen mannetjes agressief zijn ten opzichte van andere mannetjes, terwijl vrouwtjes hun nest beschermen tegen indringers. Vinken zijn ook sociale vogels en vormen vaak groepen buiten het broedseizoen.

Roepklank

De vink heeft een herkenbare roep die klinkt als “pink” of “vink”. Het mannetje heeft daarnaast ook een zang, die bestaat uit een melodieus geheel van fluitende tonen en trillers. De zang van de vink is vaak te horen in de lente, als de mannetjes hun territorium afbakenen en een partner zoeken.