De wintertijd is geen gemakkelijke tijd voor vogels. Ze hebben honger en in de sneeuw is het lastig om voedsel te vinden. Zonder hulp van de mens hebben onze tuinvogels het erg moeilijk om te overleven. Er zijn onderzoeken die zelfs beweren dat het noodzakelijk is om vogels in de winter te voeren. We geven je 7 tips hoe je dit het best kunt doen.
Droog en goed toegankelijk
Zorg dat het vogelvoer en dan vooral het strooivoer droog en gemakkelijk toegankelijk is. Een goed voedersysteem zorgt ervoor dat het voer, als bijvoorbeeld gedroogde meelwormen, droog blijft en gemakkelijk in kleine gedeeltes, dus niet teveel in één keer, kan worden opgegeten.
Bescherm tegen de wind
Creëer vooral in winderige open gebieden een goed windscherm. Door stuifsneeuw kan het voer ondergesneeuwd raken en dat is natuurlijk niet handig. Een windscherm hoeft niet ingewikkeld te zijn, vaak is het al voldoende om een houtwal te maken of een groot stuk triplex op de juiste plek neer te zetten. Zolang de windvlagen maar onderbroken worden en het vogelvoer netjes sneeuwvrij blijft.
Maak extra voederplekken voor de vogels in de sneeuw
Bij slecht weet is het handig om extra voederplekken te maken. Beter een paar kleine plekken, dan één centrale plek met heel veel voer. Zo kunnen er meer vogels tegelijkertijd eten.
Zoek beschutte plekken voor strooivoer
Niet alle vogels zullen naar een voedertafel komen. Sommige vogels zoals mussen en roodborstjes eten nu eenmaal liever van de grond, maar dan moet het wel een beschutte plek zijn. Strooivoer kun je daarom het best onder een heg of struik strooien.
Vogels in de sneeuw kunnen vetbollen goed gebruiken
Vogels hebben bij lage temperaturen een extra portie vet nodig. Meesbollen en vogelvoerslingers zijn daarom perfect voor de koude wintermaanden.
Zorg voor een verwarmde waterschaal
Als er een schaal met water buiten staat, dan kan die in de winter bevriezen. Zolang er nog veel sneeuw ligt, hebben de vogels eigenlijk genoeg water om zich heen. Ze zouden de schaal hooguit kunnen gebruiken om te badderen, maar dan is het wel opletten dat ze niet bevriezen. De tip is om een hele dunne laag water in de schaal te doen of er grote stenen in te leggen. Zo kunnen ze zichzelf niet helemaal onderdompelen en is de kans op bevriezing klein.
Houd weersveranderingen in de gaten
Blijf goed op de hoogte van weersveranderingen. Dan kun je namelijk de samenstelling van het voer en de plekken waar je voert aanpassen als het nodig is. Wanneer er bijvoorbeeld wind voorspeld is, kun je snel een windscherm opzetten. En wanneer de sneeuw dooit, kun je weer een schaal met water buiten zetten. Zo help je de tuinvogels het best.